De All-in Werkgeversprijs is er voor ondernemers die geloven in een inclusieve arbeidsmarkt en bereid zijn om de stap te zetten om mensen die wat extra begeleiding nodig hebben verder te helpen naar een volwaardige plek in onze samenleving en op de werkvloer. Bedrijven als Soap World die dit jaar de prijs in ontvangst mocht nemen voor de gemeente Neder-Betuwe.
All-in Werkgever van het jaar 2023 gemeente Neder-Betuwe: Soap World
Hendrik Postma, mede-eigenaar van Soap World, was in eerste instantie verrast dat Soap World genomineerd was voor de All-in Werkgeversprijs: “Voor ons is werken met allerlei typen mensen heel logisch, eigenlijk hoeft daar geen prijs aan gehangen te worden. Het is daarmee extra leuk als je een prijs wint voor iets dat voor ons heel normaal is.”
Soap World heeft vier mensen via Werkzaak Rivierenland bij zich werken. En dat bevalt heel goed, de begeleiding vanuit Werkzaak is goed, de mensen werken prima. Met een enkeling werkt het niet, maar dat kan uiteraard gebeuren. Het is voor ons in ieder geval nooit een reden om te stoppen met arbeidskrachten als deze. We proberen het een volgende keer gewoon nog eens. Per slot van rekening hebben we de mensen hard nodig.”
Een eigen hoekje
“Toen ik hier kwam, werkte hier al iemand met een zogeheten rugzakje. Een wat teruggetrokken jongen die net wat meer tijd nodig heeft om zijn werk te kunnen doen. In een rustig, eigen hoekje werkt hij rustig aan zijn mengetjes en dat doet hij heel erg goed. Hij is lekker bezig, als er iets dan zegt hij het ook, het is gewoon een hele leuke kerel. Via het uitzendbureau is een tweede medewerker bij ons gekomen en ook dat is een hele goede kracht. Het beviel zo goed dat we haar een vast dienstverband hebben aangeboden. De andere twee collega’s zijn minder lang bij ons, en ook zij pakken het werk snel op en zijn goede collega’s waar je van op aan kan.”
En wat als het niet werkt?
“Het is tot nu toe maar één keer gebeurd dat de klik er niet was. De medewerker die hier toen binnenkwam, verstoorde simpelweg de werkvloer. Dat kan natuurlijk niet. Gelukkig hebben we goede productieleiders die erop toezien dat de mensen op de vloer op een prettige manier hun werk kunnen doen. Als er dan iemand is die storend gedrag vertoont dan praten we daarover en worden er maatregelen getroffen. Iedereen die hier werkt wordt wat dat betreft op dezelfde manier behandeld. En als het niet gaat, dan gaat het niet, dat kan gebeuren. Het is voor ons nooit een reden om het niet gewoon nog eens te proberen.”
Mogelijkheden te over
“Voor ons verloopt het werken met de mensen van Werkzaak Rivierenland naar wens. De mensen die bij ons komen werken goed en de begeleiding is prettig. Ik kan mij wel voorstellen dat sommige bedrijfseigenaren misschien wat huiverig zijn om de samenwerking met Werkzaak aan te gaan. Ik kan daarop alleen maar zeggen dat er heel veel mogelijkheden zijn om het toch eens te proberen: naast dat je praktisch goed begeleid wordt, zijn er subsidies waar je gebruik van kunt maken en kun je het werk no risk uitbesteden. Je hoeft dus ook niet bang te zijn dat mensen uitvallen wegens ziekte of iets dergelijks. Het vangnet is er. Je kunt dus risicoloos de stap gewoon eens wagen.”
Voor iedereen een plek
“Er is voor iedereen een plek bij ons. We kijken naar wat kan en zorgen ervoor dat we de werkzaamheden waar nodig dusdanig aanpassen dat er prettig gewerkt kan worden. Er zijn eigenlijk maar twee redenen om hier niet te kunnen werken: in de eerste plaats is dat de zeep waarmee we werken, als je daar gevoelig voor bent, dan kan het niet en ook als het fysiek te zwaar voor je is, dan wordt het lastig. Zeep maken klinkt idyllisch, maar is best zwaar werk, neemt niet weg dat er altijd wel oplossingen te bedenken zijn om voor iedereen een fijne werkplek te creëren. Maar dat wil ook weer niet zeggen dat we banen creëren: het is gewoon werk dat gedaan moet worden. Desalniettemin zijn enkele aanpassingen altijd te maken. In werktempo bijvoorbeeld of hoeveel je op een dag produceert, dat zijn dingen waar we over nadenken. Uiteindelijk kijken we altijd naar wat wél kan.”